|
||
De ene keer redden ze de wereld op hoge hakken, dan weer roken
ze pijp en dragen ze de broek. Yoko Tsuno zou ik als een generatiegenote kunnen beschouwen. Ze zag het levenslicht in 1970 en haar gracieuze, intelligente gezichtje is me sinds jaar en dag vertrouwd, misschien omdat ik haar tegenkwam in oude nummers van het weekblad Robbedoes die ik bij vriendjes en vriendinnetjes las. Ik was me er eveneens van bewust dat Yoko over indrukwekkende vaardigheden beschikte, als wetenschapster en avonturierster - dat gracieuze, intelligente gezichtje werd immers vaak omlijst door een ruimtehelm. Sinds een dame die ingenieur is me een hele stapel albums met Yoko's avonturen leende, ben ik volkomen in de ban geraakt van deze wonderlijke Belgo-Japanse, die de levens van haar lezers binnenglijdt als de achteloze bestuurster van een hijskraan, maar zich al snel ontpopt tot chauffeur van sportwagens, pilote van een zweefvliegtuig en sportvliegtuigjes, bouwer van luchtballons, bestuurster van onderzeeërs en intergalactische "transporters". Yoko, zo vermeldt een trotse aanduiding op elk titelblad, is elektrotechnisch ingenieur: geen camera, zender of bundel kabels die haar afschrikt. In tegenstelling tot vele collega's is ze niet harkering en wereldvreemd, maar ondernemend, alert, soepel en beminnelijk. Hoe meer ik me in Roger Leloups creatie verdiepte, hoe intenser ik me het optimisme van mijn kindertijd herinnerde. Yoko voelt zich zowel Europese als Japanse. Ze leeft van haar dapperheid en slagvaardigheid. Ze reist naar Hong Kong, China en Bali, naar Schotland, Duitsland en Brugge. Ze draagt leuke korte jurkjes en laarzen, romantische nachtjaponnen, prachtige kimono's en zelfs le dernier cri in ruimtepakken. Ze is niet getrouwd, maar heeft over heel de wereld (en enkele melkwegstelsels) toegewijde vrienden en vriendinnen. Ze heeft geen kinderen, maar wordt de voogd van de kleine Ochtendroosje, die ze behandelt als een zusje. Vol ontroerende overtuiging laat ze zich tegenover buitenaardse wezens bedenkingen ontvallen als: "Een verschillend uiterlijk doet er weinig toe zolang het denken maar gericht is op hetzelfde goede doel." Ach, de jaren 1970 en 1980, hoe duidelijk was toen voor jonge lezers nog de richting die de wereld uitmoest. Vrede, verdraagzaamheid, wetenschap, welvaart, ontdekkingen. Wie had kunnen vermoeden dat onze gesprekken in 2010 mede getoonzet zouden worden door benauwende thema's als fundamentalisme, terroristische aanslagen, boerka's, Taliban, verbod op meisjesscholen, jihad en dhimmitude? Soms lijkt het alsof die onderwerpen enkel door een tijdreismachine naar het heden konden zijn gekatapulteerd - het soort tijdreismachine dat Yoko ook wel eens gebruikt. "Als ik midden in de nacht een vlam van vriendschap zie oplichten, rij ik altijd zo hard," verklaart ze achter het stuur van een VW Golf. Alleen al dit eenvoudige autootje maakt duidelijk hoezeer Yoko's geestelijke vader verhangen is aan techniek. Roger Leloup veroorlooft zich geen slordigheden in de weergave van machines, hij tekent fietsen, jonken en diverse types van vliegtuigen en helikopters met een rustgevende nauwkeurigheid, dezelfde nauwkeurigheid waarmee hij Brugse reien en omwalde Duitse stadjes portretteert. Aan alles voel je hoe gefascineerd hij is door het concrete, door fysica, door hypothesen over het reizen door de tijd en de ruimte. Wellicht woont hij in een huis vol miniatuurtreinen, naslagwerken en detailfoto's. De verhaallijnen die hij bedenkt zijn technisch en vrij ingewikkeld - de lezer moet wakker zijn om de wakkere heldin te kunnen volgen. Dat Yoko's tweede thuis, de planeet Vinea, haar naam dankt aan zijn kinderlijke lectuur van een reclamepaneel voor Nivea, is dan weer een knus element in de sfeer van deze reeks. Op Vinea leeft Leloup zich uit in de vormgeving van buitenissige steden, als een voorloper van Schuiten & Peeters. En in dat decor verdrijft Yoko Tsuno glimlachend mijn melancholie met de aansporing: "Aan de slag! We moeten't droomgeluk in heerlijke werkelijkheid omzetten!" in Stripgids nr 22, Antwerp, 2011 |
||