YOKO TSUNO : Leloup's rijzende ster komt uit het land van de rijzende zon

De kaftillustratie van dit nummer werd getekend door Roger Leloup. Van diezelfde Roger Leloup verschijnt in september het eerste album van de avonturen van Yoko Tsuno. Het begin van een schitterende loopbaan? Zeker, alhoewel Roger Leloup voor de meeste insiders van het beeldverhaal zeker geen onbekende is...

> Spijtig genoeg is hij een figuur geweest, die men al te vaak in de schaduw liet staan, want Leloup was jaren verbonden aan de tekenstudio van Hergé in Brussel.

Hij werd aldaar tewerk gesteld bij het uitvoeren van maquettes, het tekenen van dekors enz.

Hij is het o.a. die in een lange reeks Alex verhalen, de superbe dekors van het antieke Romeinse keizerrijk tekende : hij is het ook die voor de reeks "Voir et Savoir" tientallen vliegtuigen tekende.

Hij is het, tenslotte, die in 'Tintin' de documentaire platenreeks "Science et Aventure" tekende, een zeldzame reeks die hij met eigen naam ondertekende.

Verder heeft hij ook met andere tekenaars samengewerkt aan schematische stripverhalen in "Le Soir Illustré" maar dit gedeelte is minder belangrijk, alhoewel deze reeksen niet van belang zijn ontbloot.

Roger Leloup is de fantastische tekenaar, die op ongelofflijke wijze de scherpe detailering weet te eerbiedigen en toch een formidabele weergrave kan geven van een dekor dat reëel lijkt.

Leloup kan zowel realisme als schematisme aan, maar persoonlijk geeft hij de voorkeur aan geschematiseerde personages hetgeen hem niet belet een zeer realistisch dekor te gebuiken voor diezelfde personages.

De miskende figuur die Roger Leloup te lang is gebleven hing hem tenslotte zelf de keel uit en na de tentoonstelling over het beeldverhaal in Antwerpen (1969) heet hij de koe bij de horens gegrepen.

Een jaar later trad hij uit bij studio Herge en deed zijn intrede bij Spirou/Robbedoes.

Voor dit blad ontwierp hij de figuur van Yoko Tsuno, een japanse electronisch ingenieur, hetgeen duidelijk zijn voorliefde voor techniek en electronica verraadt.

Spoedig konden lezers in Frankrijk, België en Nederland kennis maken met deze figuur, die na enkele korte verhalen een eerste lang verhaal kende : "Trio in het Onbekende".

Een verhaal dat nu in album verschijnt en in feite aan een oude rot als een opmerkelijk "debuut" mag worden aangerekend.

Meteen bekleedt Leloup nu een benijdenwaardige positie, nl. die van beste sf striptekenaar in België, nu dat Jacobs er de brui aan geeft, Franquin en Paape de verwachtingen toch niet inlossen.

Sommigen spraken bij het lezen van "Trio in het Onbekende" van "deja vu" maar indien dat zo is (inderdaad wij vinden bij Leloup terug hetgeen hij voor anderen tekende, maar nu onder zijn naam) dan nog blijft zijn sf bijzonder gaaf en prettig om te lezen.

Al is de thematiek niet vernieuwend, toch is ze bijzonder sterk en uiterst vakkundig uitgediept.

Leloup is nu eenmaal een maniak van de techniek zowel naar vorm als naar inhoud en het minste detail, zowel in het verhaal als op de tekening, bezorgt hem hoofdbrekens en soms overdreven werk.

Dit eerste album is bijzonder meegevallen, alhoewel een eerste publicatie voor een nieuwe reeks altijd wel gevaren inhoudt.

Er is ten eerste de situering van de centrale figuren, die hier wel bijzonder vlot verloopt en er is anderzijds de uiterst dynamische stijl, die het geheel een ongemene vaart meegeeft.

We zouden enkel een opmerking willen maken betreffende het tekenen van de personages, die verhoudingsgewijs wel de indruk geven met "dikke koppen" rond te lopen, ware het niet dat het tweede verhaal (Het Helse Orgel) hierin reeds verbetering toonde (nog steeds die drang naar pefectie van Leloup).

Wat de sf betreft: ondergronds vinden Yoko en haar vrienden afstammelingen van een blauw ras afkomstig van een andere planeet; een vreemd wezen wil dit ras in zijn macht houden, maar Yoko komt tussenbeide.

Let op de dialogen die dikwijlg meehelpen de snelle vaart van het verhaal te accentueren.

De vertaling is niet schitterend en laat dikwijls te wensen over, maar ook dit facet toont aan hoezeer Roger Leloup aan een reeks persoonlijkheid weet te geven: er zijn niet zoveel auteurs die dialogen dat belang kunnen geven in stripverhalen...

Omwille zijn onmetelijk talent dat nu uiteindelijk ook een kans krijgt en omwille van de pracht van dit eerste beeldverhaal kunnen we enkel hopen over korte tijd Leloup als een der allergrootste sf-striptekeenaar te begroeten.

Hij verdient het alleszins.

Danny de Laet
in Ciso Magazine no. 2, 1973